Als je had gezegd dat de Bahama’s hun naam ontlenen aan de klank van genot, dan hadden we je geloofd. Ohhh, Bahaaaaama’s. Dit is de staat waarin je grootste zorg het zand is dat tussen je tenen blijft zitten. En waarin streeploos bijbruinen je grootste uitdaging is. De Bahama’s móéten wel zijn opgespoten voor zorgeloos zonplezier. Niet waar?
Nee inderdaad, niet waar. Maar het is ook weer niet alsof de Bahama’s een grote encyclopedie zijn van sektarisch bendegeweld, Sovjet-zeeblokkades of bloedige onafhankelijkheidsoorlogen. Als dit een aflevering in mineur wordt, hebben wij onze dag niet. En laten we maar alvast zeggen, we zijn weer eens goed gemutst.
Oppervlakte: Een derde van Nederland.
Ongeveer net zo groot als: Montenegro.
Aantal inwoners: Ruim 400.000.
Hoofdstad: Nassau.
Andere stad: Afwezig.
Valuta: Bahamaanse dollar.
Religie: Overwegend christelijk.
Taal: Officieel Engels, maar op straat veel Bahaams creools.
Meest voorkomende achternamen: Rolle, Johnson, Smith, Knowles.
Vlag: Drie horizontale banen turquoise, geel, turquoise. Links een zwarte driehoek.