Als bomen konden praten, dan zou de Surinaamse jungle het uitschreeuwen. In kwantiteit, want de bomen zijn met veel. Maar ook in kwaliteit, want het verhaal van Suriname is het verhaal van de hele gekoloniseerde wereld. Een knalgroen stukje aarde met een gitzwart verleden.
Maar in de jungle is het niet stil. Overal laten bijzondere soorten zich horen, met verleidelijke lokroepen, dreigende waarschuwingen en schitterend gezang. Of simpelweg met een roep om aandacht. Het resultaat is een veelkleurig gezelschap, dat zo veel meer is dan de som der delen. Het lijkt de Surinaamse bevolking wel.
Oppervlakte: 4 keer Nederland.
Ongeveer net zo groot als: Tunesië.
Aantal inwoners: 650.000.
Hoofdstad: Paramaribo.
Andere steden: Lelydorp, Nieuw Nickerie.
Valuta: Surinaamse dollar.
Religie: Ongeveer de helft is christelijk, een kwart is hindoe en een achtste is moslim.
Taal: Officieel Nederlands, maar in de praktijk hoor je meestal Sranantongo.
Meest voorkomende achternamen: Lin, Chen, Pinas, Li, Liu, Da Silva, Zhang, Singh, Mohan, Tjon.
Vlag: Horizontale banen groen, wit, rood, wit, groen. In de brede rode baan staat een gele ster.




